PNIL (personeel niet in loondienst) is een begrip dat in de zorg (maar ook daarbuiten) steeds vaker opduikt. Denk aan zzp’ers, uitzendkrachten en tijdelijke krachten die worden ingezet om gaten in de roosters op te vullen. Handig, snel, maar bij teveel inzet ook duur. Te veel afhankelijkheid van PNIL kan de financiële gezondheid van je organisatie flink onder druk zetten. Organisaties huren vaak PNIL in om gaten te dichten, terwijl er in sommige gevallen elders mensen beschikbaar zijn. Dat voelt als dubbel betalen: je betaalt voor externen én je laat eigen uren onbenut.
Hoe pak je dit slimmer aan? En hoe zorg je dat PNIL geen structureel redmiddel wordt, maar een bewuste, tijdelijke aanvulling op je vaste team?
PNIL is bedoeld om pieken en onverwachte gaten in de bezetting op te vangen. In de praktijk zien we echter dat het percentage PNIL bij sommige organisaties structureel boven de 20% ligt, terwijl 10% al als bovengrens wordt gezien.
De risico’s:
Wat je wil voorkomen is het inhuren van externe krachten om tekorten op te vangen, terwijl elders in de organisatie uren onbenut blijven. Dat is letterlijk dubbel betalen. Met goed inzicht in capaciteit over alle afdelingen heen en slimme planningstools voorkom je deze situatie. Zo zet je PNIL alleen in waar het écht nodig is.
Een belangrijk financieel verschil: de inhuur van zzp’ers is vrijgesteld van btw, terwijl dit bij uitzend- en detacheringskrachten niet zo is. Daardoor kan een zzp’er in de praktijk goedkoper uitvallen dan een uitzendkracht, ondanks hogere uurtarieven.
Let wel: bij inzet van zzp’ers moet je voldoen aan de regels van de Wet DBA. Dat betekent dat de afspraken met zzp’ers zorgvuldig moeten worden vastgelegd, zodat er geen sprake is van een verkapt dienstverband.
Kortom: PNIL kan je uit de brand helpen, maar als het structureel wordt, gaat het wringen.
Alles begint met een scherp overzicht van je PNIL-kosten. Waar komen ze precies vandaan? Zijn het vooral zomerpieken, ziekteverzuim of gaten die ontstaan door structureel tekort aan vaste mensen?
Zonder dit inzicht blijft PNIL een vage kostenpost. Met dit inzicht kun je sturen.
PNIL is niet per definitie slecht. Het kan waardevol zijn om tijdelijk specifieke expertise in huis te halen of om een onvoorziene piek op te vangen. Maar het moet wel een aanvulling blijven.
Door te sturen op evaluatie, investeren in je vaste team, slim plannen en technologie inzetten, kun je de afhankelijkheid van PNIL beperken. Dat maakt je organisatie niet alleen goedkoper, maar ook stabieler en aantrekkelijker voor medewerkers.
De kunst is niet om PNIL volledig uit te bannen, maar om er bewust mee om te gaan. Een gezonde balans ligt rond de 10% inzet. Alles daarboven vraagt om structurele aandacht.
Met de juiste analyse, technologie, capaciteitsmangement én aandacht voor je eigen mensen zorg je dat PNIL een bewuste keuze blijft en geen dure gewoonte.
Spril helpt organisaties en teams om PNIL bewuster en effectiever in te zetten. We beginnen met een scherpe analyse: waar en waarom wordt PNIL nu gebruikt? Vanuit dat inzicht kijken we hoe je vaste capaciteit slimmer kunt benutten, waar flexibiliteit in roosters mogelijk is en welke technologie grip geeft. Zo wordt PNIL weer een bewuste aanvulling in plaats van een dure gewoonte.
Wil je weten hoe Spril jouw organisatie hierbij kan helpen? Neem contact met ons op. We denken graag mee.
Spril
Microfoonstraat 5
1322 BN Almere [route]
Spril
Microfoonstraat 5
1322 BN Almere
Copyright © 2025 Spril - Made by TRGR